Op die mooie eerste pinksterdag, nu bijna 70 jaar geleden, maakte om ca. 15.30 uur een brandende Amerikaanse bommenwerper (een B-17, Vliegend Fort) een noodlanding achter de boerderij van boer Dirk de Kruijff in Groenekan. Twee van de tien bemanningsleden van de B-17 waren, tengevolge van beschietingen door luchtafweergeschut, al eerder op deze missie omgekomen. Meerdere bemanningsleden raakten daarbij licht en één zwaargewond. Dirk de Kruijff, Hendrik Copijn van de naastgelegen kwekerij en de vader van Ivo de Jong waren als eersten bij het gecrashte toestel, al snel gevolgd door Duitse militairen van fort Blauwkapel. De bemanningsleden werden in eerste instantie overgebracht naar de boerderij van De Kruijff.
Daar overleed even later de zwaar gewonde boordschutter Thomas Roskowick. De zeven overlevende bemanningsleden gingen in krijgsgevangenschap en overleefden de oorlog. De drie omgekomenen zijn na de oorlog bijgezet op de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats in Margraten. Alleen Thomas Roskowick ligt daar nu nog; de twee andere bemanningsleden zijn door hun familie gerepatrieerd naar de V.S.
In 1995 werd, ter gelegenheid van de 50ste herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog, door Wim Hoebink een uitgebreide beschrijving van de crash gepubliceerd in Sint Maerten, het blad van de historische vereniging Maartensdijk. Hij eindigde zijn artikel met de volgende hartenkreet:
Zij mogen niet worden vergeten. Het is aan Groenekan om deze drie doden te gedenken.
U kunt het volledige artikel van Wim Hoebink lezen via deze link.
Het in Groenekan overleden bemanningslid Thomas Roskowick
Hierboven een bemanning van een B-17; 5 personen hiervan behoorden tot de bemanning van “onze” B-17: Codding, Withers, Berg, Waite en Mulder
Hieronder de posities in het vliegtuig